Deze tekst/nieuws is binnengekomen van de Uitbraak mailinglist.

Op 10 april 2010 werden in Griekenland zes anarchisten gearresteerd op beschuldiging van lidmaatschap van de gewapende organisatie ‘Revolutionaire Strijd’. De media lieten de namen van nog vier andere anarchisten doorsijpelen als ‘mogelijk betrokken’. Enkele van de kameraden werden onderworpen aan zware ondervragingen en mishandeld door de politie (stokslagen). Enkele dagen later ontdekte de politie een garage waar ze meerdere wapens en vele tientallen kilo’s explosief terugvond. Enkele dagen na de arrestaties vond in Exarchia een zoveelste massa-arrestatie van 70 kameraden plaats. De organisatie Revolutionaire Strijd de voorbije vier jaren tientallen bomaanslagen op tegen banken, bedrijven, ambassades en instellingen op.

Met de arrestaties en het groots opgevoerde mediaspektakel probeert de Griekse Staat de drastische besparingsmaatregelen, de teneergang van de Griekse economie en de plaatsing onder toezicht van het Internationaal Muntfonds (IMF) naar de achtergrond te verschuiven. Nochtans breken er bijna elke dag in Griekenland stakingen uit en vinden massale betogingen plaats; de groeiende onvrede neemt proporties aan die hoe minder hoe minder te onderdrukken valt.

In reactie op de arrestaties werden in eerste instantie de universiteiten van Athene en Thessaloniki bezet door anarchisten en anti-autoritairen. Daarna volgden een reeks betogingen en bezettingen van radiostations, kantoren van kranten, televisiezenders, politieke kantoren etc. Er vonden een hele reeks aanvallen met steen en vuur tegen structuren van het Kapitaal en de Staat plaats, zowel in Athene en Thessaloniki als in kleinere steden.

Hieronder vind je de vertaling van twee teksten die de arrestaties in hun sociale context plaatsen. De recente arrestaties zijn het laatste triestige wapenfeit in een alsmaar drukkerende repressie tegen de anarchistische beweging in al haar verscheidenheid. Vele tientallen kameraden bevinden zich momenteel in de cellen van de Staat of zijn moeten onderduiken.

OVER HET TERRORISME VAN DE GRIEKSE STAAT

Op zaterdag 10 april, een dag na de aankondiging van de details van het pompeuze ‘hulpplan voor de Griekse economie’, vallen agenten van de anti-terroristische eenheid binnen in verschillende huizen van anarchistische kameraden. Ze zeggen dat op één stap van de ontmanteling van de organisatie ‘Revolutionaire Strijd’ staan. Terwijl de Griekse Staat haar steven met maximale snelheid wendt naar het IMF-toezicht – met alles wat dat betekent voor de Griekse bevolking – was het eerste bericht op de televisiejournaals het ‘grote succes van het Ministerie voor de Bescherming van de Burger’, ‘de aanhouding van de meedogeloze terroristen’ en ‘de overwinning van de democratie’.

Op zondag 11 april meldt het persbureau van de Griekse politie dat de anarchisten Nikos Maziotis, Panaiota Roupa, Kostas Gournas, Sarandos Nikitopoulos, Christoforos Kortesis en Vangelis Stathopoulos aangehouden werden na huiszoekingen die ‘erg waardevolle informatie’ opgeleverd hadden. Bijna op hetzelfde moment, dringen de journalisten op speciale missie binnen in de huizen van een aantal van de gearresteerden en geven ‘onweerlegbare bewijzen van hun criminele activiteit’ zoals boeken, teksten, anti-autoritaire pamfletten, sportmateriaal, wekkers en fietsen. De journalistenactiviteit was zo kruiperig dat ze haar hoogtepunt bereikt wanneer de grote televisiekanalen zogezegde ‘bommenconversaties’ laten doorspijpelen die de zes gearresteerden zouden betrekken bij de bomexplosie in de wijk van Patisia die het leven kostte aan een Afghaanse vluchteling van 15 jaar. Na een hele dag van gemekker over een telefoongesprek waarin zogezegd twee van de gevangenen zich vermaakten met het spektakel van de Afghaan en zijn zuster die ‘in de bom snuffelden’, zagen de klikspanen van de televisie zich verplicht om toe te geven dat zo’n conversatie niet bestond en dat geen enkel ander gegeven de zes kameraden zou kunnen ‘linken’ aan de bomexplosie in Patisia. Parallel haastten ze zich uiteraard om de namen van andere kameraden te publiceren die volgens hun ‘gevalideerde informatie’ (rechtstreeks vanuit het algemeen hoofdkwartier van de politie) betrokken zouden zijn in de operatie rond ‘Revolutionaire Strijd’. Tegelijkertijd werden enkele van de gearresteerden gefolterd door de flinke jongens van de minister Chrisohoidis; concreet: de kameraad Kostas Gournas werd verplicht om zich volledig uit te kleden waarna ze hem sloegen. De flikken bedreigenden ook zijn kinderen en zijn vriendin met de dood.

Het is een publiek geheim onder de werknemers van de massamedia dat aan de vooravond van de ‘grote operatie’, zijne Excellentie Beschermer van de Burger Michalis Chrisohoidis een vergadering belegd heeft met de bazen van de verschillende televisiekanalen en kranten om de onmisbare communicatiesteun aan zijn terroristische campagne te verzekeren. Het was daarenboven noodzakelijk om de Griekse politie en haar politieke koepel voor te stellen als de verdedigers van een allesbehalve duidelijke ‘gemeenschappelijke zaak’, van een ‘pantsering van de maatschappij tegen het terrorisme’. In die zin vroeg men (en vraagt men) de burgers uitdrukkelijk om klikkers te worden, om bij te dragen aan stutten van de carrière van een geschifte minister en zijn ondergeschikten, om actief deel te nemen aan het plan van ‘wederdoping’ van de volledig ingestorte ‘politieke wereld’. Uiteraard is deze bewonderenswaardige ‘gemeenschappelijke zaak’ in werkelijkheid helemaal niet gemeenschappelijk. De redding van de banken, ambassades en politiekantoren is niet de bevoegdheid van de onderdrukten – en kan dat ook niet zijn. Diegenen die het op zich hebben genomen om deze zogenaamde ‘welvaartsinstellingen’ te verdedigen zijn diegenen die wel varen bij het bestaan ervan.

De massamedia als speerpunt van de nieuwe ‘antiterroristische campagne’ van de Griekse Staat wijzen naar de schuldigen – die moeten branden als heksen – en dienen een duidelijk doel: de verzwakking van de sociale verzet, diegenen die vechten en zouden willen vechten tegen de ellende die met gigantische stappen opgelegd wordt aan de samenleving angst aanjagen. De voorbije dagen werd een klimaat van terroristische hysterie ontketend waarvan het voornaamste doel is om de strijders sociaal te isoleren terwijl de repressie, de arrestaties en de gefantaseerde operaties van het politieleger tot doel hebben een voorbeeld te stellen en diegenen die op straat willen komen om de controle over hun levens te veroveren, te terroriseren. De economische en sociale conjunctuur is de krachtigste tijdbom die dreigt om de privilèges van allen die leven op kap van deze maatschappij op te blazen. Elk perspectief om het verzet tegen de plannen van de macht bijeen te bregen is een doorn in het oog van de politieke autoriteiten die – in het besef dat ze hun doel van conformisme niet kunnen bereiken met hun sociaaldemocratisch gepreek, met hun pro-sociale slagjes en hun dommigheden over de ‘rechtsstaat’ – zich alsmaar meer verschuilen achter repressie en brutaal terrorisme. De zaak van de ‘ontmanteling van Revolutionaire Strijd’ is een parallelle poging om het anarchistische/anti-autoritaire milieu in haar geheel te depolitiseren en criminaliseren en een poging om de relaties van kameraadschap en solidariteit die gecreëerd worden in het collectieve verzet te breken. In de context van de reeds dagelijkse en alsmaar meer verstikkende economische maatregelen die het IMF, de EU, de Europese Bank, de Griekse Staat en het kapitaal opleggen, zijn een voortdurende en groeiende surveillance, controle en repressie het enige antwoord dat gegeven wordt aan eender wie die in opstand komt.

Niettemin zijn zij die praten over ‘blind geweld’ dezelfden die een enorm bezetttingsleger bestaande uit huurlingen de straat opsturen; die terroriseren, moorden en in de wanhoop jagen, en ze maken verkeerde berekeningen. We zijn op geen enkele manier van zin om onze kameraden in hun klauwen, in hun stront, in hun zucht naar wraak te laten, los van hun ‘schuld’ of ‘onschuld’. Het is in deze moeilijke tijden dat eenieder uitgenodigd is om te tonen dat hij een vrij mens is. Dat hij geen slaaf is en niet berust in de onderwerping als manier van leven. Wij kiezen onze wegen niet naargelang de criteria, normen en legaliteit van de macht, ons enige criteria zijn de strijd voor de afschaffing van de uitbuiting en onderdrukking van de mens door de mens en de kritische stem van de onderdrukten. Het is tijd om elkaar te steunen tegenover allen die dag in dag uit onze levens en de planeet kaalplukken, het is tijd om te spreken en te handelen.

Nu en altijd, solidariteit is ons wapen!

Vrijheid voor de gearresteerden in de zaak van ‘Revolutionaire Strijd’.

Solidariteit met diegenen die in het vizier zijn van de politie en haar charlatans.

Antipnoia.

——

HET EXPERIMENT VAN PHILADELPHIA

Flikken met machinegeweren; nachtelijke wegversperringen van de politie; vernederende controles op elke hoek van de straat; undercover agenten van het regime die aankloppen om aan de bevolking te vragen namen te geven; welwillende informanten die zich hasten om hun diensten aan te bieden; bange mensen die over straat lopen en proberen zich “met hun eigen zaken” bezig te houden. Is dit Berlijn in 1936 of Philadelphia 2010 in Athene? Een terugkeer naar het verleden of een experiment voor de toekomst?

Het enige zekere is dat er tot nu toe geen staatsgreep geweest is en dat de eerste minister Papandreou nog altijd niet beslist heeft om zijn snor wat korter te knippen. En de reden waarom dit allemaal niet gebeurt, is omdat het niet nodig is. De Westerse democratieën hebben geleerd uit hun fouten, net zoals ze de elementen van het nazisme die voor hen nuttig zijn geïntegreerd hebben. De staat van uitzondering, het is te zeggen, de conditie die opgelegd wordt met als voorwendsel de ontmanteling van de organisatie ‘Revolutionaire Strijd’, doet de job best wel goed en er is geen nood aan opzichtige tanks, laat staan concentratiekampen of de opschorting van de grondwet.

… en de ‘job’ is niets anders dan de conditie die nu voorgesteld wordt alsof ze slechts enkelingen aangaat om te vormen tot een vehikel voor veranderingen die iedereen zullen aangaan. De noodtoestand die op dit moment in Nea Philadelphia opgelegd wordt, legt de eerste fundamenten voor haar functioneren als normaliteit, als iets dat kan gebeuren telkens wanneer de staat dat nodig acht. De kracht van de staat wordt nooit exclusief gericht tegen haar toevallige doelwit. Elke keer wanneer ze die toepast zonder op verzet te stuiten, verspreidt die in alle richtingen waardoor ze zichzelf verder vestigt, haar vermogen vestigt om opnieuw toegepast te worden, overal, tegen iedereen, onder eender welk voorwendsel dat zal voorgesteld worden als ‘noodzakelijk’… de staat van uitzondering neigt ertoe de regel te worden.

En dus is iedereen die gelooft dat de staat van uitzondering die in Nea Philadelphia opgelegd wordt niets met hem te maken heeft, aan het slapen – en hun wakkerworden zal helemaal niet aangenaam zijn. Eender wie die geloooft dat de nachtelijke wegblokkades, de razzia’s, de check-points, de politiepatrouilles te voet en de ‘vriendelijke ondervragingen’ van de anti-terrorisme eenheid de logische gevolgen zijn van een ‘noodzakelijke ontmanteling van Revolutionaire Strijd’ op basis van een zeker bewijs of op z’n minst van een aantal gegronde verdenkingen tegen iemand die ‘problemen zoekt’ doet niets anders dan vrolijk de tak waarop hij zit doorzagen.

Eender wie die rustig zit te kijken terwijl de mensen die in strijd zijn vervolgd en opgesloten worden, voorgesteld worden als beesten op de televisieschermen gewoon omdat ze ‘terroristen’ zouden zijn in de ogen van de macht, moet begrijpen dat deze rationalisering een deel is van dezelfde strategie dat de politiekers voorstelt als onschuldig, de scheepseigenaars als filantropen, de flikken als beschermers van burgers, de vakbondsleiders als beschermers van de rechten van de arbeiders, de migranten als criminelen, de stakers als illegalen. Ze moeten begrijpen dat de ‘ontmanteling van Revolutionaire Strijd’ in essentie een instrument is voor de potentiële arrestatie en ontmanteling van alle mogelijke sociale ongehoorzaamheid. En dit gaat uiteraard niet alleen de stadsguerilla’s of de anarchistische/antiautoritaire beweging, maar iedereen voor wie het alibi van het kapitalisme niet meer pakt.

Niemand heeft sociologische diploma’s nodig om te begrijpen dat het uiteenvallen van de consumptie-euforie van de eerste wereld, de fiscale noodmaatregelen en de komende onderwerping van het land aan het IMF en de groeiende verstikkende dagelijkse realiteit van surveillance en controle weinig ruimte laten voor mensen om zich van den domme te houden. Er blijft nog maar weinig ruimte over om stil te blijven of angstig niets te doen. En nog zekerder is dat ze geen ruimte meer mogen laten voor de vorming van een welwillend gedienstig reserveleger en collaborateurs van de autoriteit. Een reserveleger dat zich verpersoonlijkt in de een of andere rotzak die een uitweg vindt uit zijn individuele ellende door de sociale ‘erkenning’ van de informant, diegene die bereid is om het vuile werk te doen in een of andere ‘goede zaak’ tegen het ‘absolute Kwaad’.

Allen die de rangen van dit ondergrondse leger van de bazen wil vervoegen, moeten onmiddellijk geïsoleerd en verslagen worden. Hun positie en motieven moeten onthuld en aan de schandpaal genageld worden. De motieven die zij voorstellen als een deugd moeten publiek tegengegaan worden. Elke ongevraagde medewerker van de wet moet er nota van nemen.

Zero-tolerantie tegen het terrorisme van de Staat en de massamedia. Onmiddelijke vrijlating van allen die vervolgd worden in het kader van de organisatie ‘Revolutionaire Strijd’.

Anarchisten / Anti-autoritairen

Athene, bezetting van de Polytechnische School, 12 april 2010.